Overslaan en naar de inhoud gaan
Thema
Nederlands

Jan Wolkers

Onno Blom

Jan Wolkers heeft zich nogal eens miskend gevoeld. Wat is nu precies Wolkers’ plek in de Nederlandse letteren? Wat dreef hem? En waarom werd hij door het publiek en de critici zowel verguisd als bemind? ‘Je hebt de Zogenaamde Grote Drie en je hebt De Hele Grote Drie,’ heeft Jan Wolkers gezegd. Het eerste drietal werd traditioneel gevormd door Harry Mulisch, Gerard Reve en W.F. Hermans. Het tweede drietal bestond uit Remco Campert, Hugo Claus en Jan Wolkers zelf. Wolkers heeft zich nogal eens miskend gevoeld. Wie de kritieken op zijn werk leest, kan zich daar ook veel bij voorstellen. De domheid en de vijandigheid van de critici is verbluffend geweest. Dat heeft Wolkers zo gestoken dat hij later de hoogste vaderlandse literaire onderscheidingen, de Constantijn Huygensprijs en de P.C. Hooftprijs, heeft geweigerd. Wat is nu precies de plek van Wolkers in de Nederlandse letteren? Wat dreef hem? En waarom werd Wolkers, vanaf het begin van de jaren zestig, toen zijn debuut Serpentina’s Petticoat verscheen, door het publiek en de critici zowel verguisd als bemind? Op die vragen zal Onno Blom, de biograaf van Jan Wolkers, proberen een antwoord te geven.
  
Onno Blom is schrijver, criticus en letterkundige. Hij schrijft onder andere voor Trouw, Hollands Diep en NRC Handelsblad. De afgelopen jaren publiceerde hij monografieën over Harry Mulisch en Gerrit Komrij, en overzichtswerken over Leidse schrijvers en Leidse schilders. Blom is de biograaf van Jan Wolkers. Over de beeldhouwer-schilder-schrijver verschenen al vier boeken van zijn hand, waaronder in 2008 'Zo is het genoeg. Het laatste jaar van Jan Wolkers' – waarvan 25.000 exemplaren werden verkocht – en in 2010 'Brieven aan Olga'. 
  
Interessante links
Wikipedia Jan Wolkers 
Koninklijke Bibliotheek Jan Wolkers
Boekrecensie Brieven aan Olga
Website Literatuurplein

Ook in deze serie

Willem Otterspeer
Nederlands

Voor de ontwikkeling van Hermans als persoon en schrijver zijn diverse zaken van belang: de oorlog, zijn lectoraat in Groningen, de verhouding tot collega schrijvers en zijn bel

Zie ook