Overslaan en naar de inhoud gaan
Placeholder
Thema
Nederlands

Stem, stemming, tegenstem

Feiten en ficties over ‘uit het leven gegrepen’ poëzie
Esther Jansma

Esther Jansma (1958) is archeologe en een van Nederlands belangrijkste dichters. Vanaf 1984 verschenen er gedichten van Jansma in de literaire tijdschriften Maatstaf, De Tweede Ronde en Bzzlletin.

Haar eerste gedichtenbundel, Stem onder mijn bed, verscheen in 1988. Uit de recensies sprak waardering voor haar debuut, dat onder andere werd getypeerd als veelzijdig en verrassend door de wijze waarop er over herkenbare zaken werd geschreven. Daarna verschenen de bundels Bloem, steen (1990) en Waaigat (1993). Na het verschijnen van Picknick op de wenteltrap kreeg Esther Jansma de Halewijnprijs 1999 voor haar gehele oeuvre. Voor haar bundel Hier is de tijd ontving zij de VSB Poëzieprijs 1999. In juni 2001 won Jansma de Belgische Hugues C. Pernathprijs voor haar bundel Dakruiters. In 2005 publiceerde ze de bundel Alles is nieuw, die werd genomineerd voor de VSB- Poëzieprijs 2007 en bekroond met de Jan Campertprijs. In 2006 verscheen een bundeling van haar werk tot dusver onder de titel Altijd vandaag en ontving zij de A. Roland Holstprijs voor haar gehele oeuvre. In datzelfde jaar publiceerde zij samen met Wiljan van den Akker een bundel vertalingen van de Amerikaanse dichter Mark Strand onder de titel Gedichten eten.


Interview
scheiding-lezing
Datum: Woensdag 26 september 2007
scheiding-lezing
Een gesprek tussen de gastschrijver van vorig jaar, Marjolijn Februari, en Esther Jansma


Dagboek of kunstwerk; het van taal gemaakte ik
scheiding-lezing
Datum: Woensdag 3 oktober 2007
scheiding-lezing
Jansma's werk wordt vaak in de eerste plaats als autobiografisch gelezen. In haar eerste lezing reageert zij hierop: "In mijn gedichten draai ik de klokken terug, doe de dood met linten en strikken versierd nog eens over, tover zomaar iets nieuws, maak er zomaar iets moois, akeligs, hards of grappigs van. Ik laat een Middeleeuwer een kelder uitbreken, breng iemand amechtig net niet naar Hades, klauw in de gezichten van bemanningsleden van Barentsz. Hoezo autobiografisch? Ik heb dat allemaal gelogen! Ik ben archeoloog, ik weet dat tijdmachines niet bestaan!"


Mag ik Orpheus zijn?
Over grenzen en de douaniers van de taal.
scheiding-lezing
Datum: Woensdag 10 oktober 2007
scheiding-lezing
In haar tweede lezing gaat Jansma in op de mechanismes achter de autobiografische duiding van haar werk. Ze beargumenteert dat vooral de beperkte definitie van het vrouwelijke 'lyrisch ik' leidt tot interpretaties van door vrouwen geschreven teksten als incidenteel en hoogstpersoonlijk. Zelf wil zij in haar gedichten iedereen kunnen zijn en alles mogen: "Op een keer ben ik de prinses die ik bij het Amstel Hotel uit een zwarte auto zag stappen, haar handschoenen reikten tot haar ellebogen, ze had lang haar en een jurkje, ze was een meisje. Ze keek alsof alles heel gewoon was. Zo gewoon is het straks ook voor mij. Ik verhuis, ik verdwijn, ik ben de buurman. Ik ben de vreemde schreeuwer op straat, die in de oorlog soldaat was van de goeien en gebombardeerd werd tot zijn verstand was vertrokken."


Lenen en stelen; de gouden greep uit andermans gedichten
scheiding-lezing
Datum: Woensdag 17 oktober 2007
scheiding-lezing
Geen enkele dichter schrijft in een literair vacuüm. In deze lezing beschrijft Jansma haar relaties met het werk van auteurs zoals Italo Calvino (Italië), Eduardo Galeano (Uruguay) en Mark Strand (VS), die allen met een vrolijk gebrek aan respect voor de literaire etiquette de grenzen tussen proza en poëzie aan hun laars lappen. Om Eduardo Galeano te citeren: "ik lig er niet wakker van. Ik geloof niet in de grenzen die, volgens de douaniers van de literatuur, de genres van elkaar scheiden."


Werkcolleges
De mechanieken van de poëzie (alleen voor RUG-studenten)
Tijdens de werkcolleges wordt een kijkje genomen in de dichterlijke keuken, door middel van het plenair lezen en bespreken van gedichten, het vertalen van Engelstalige gedichten naar het Nederlands (in kleinere groepjes) en het zelf schrijven van gedichten met behulp van gestelde regels. De te lezen literatuur zal bestaan uit essays die dichters (internationaal) zelf over poëzie hebben geschreven.


Gastschrijverschap
Sinds 1986 is aan de Rijksuniversiteit Groningen elk najaar een gastschrijver verbonden. De gastschrijver verzorgt een aantal openbare lezingen en speciaal voor studenten een reeks werkcolleges. Esther Jansma is de 22e gastschrijver. Eerdere gastschrijvers aan de Groningse universiteit waren Dick Hillenius, Doeschka Meijsing, H.C. ten Berge, Willem Wilmink, J.P. Guépin, Monica van Paemel, Willem Jan Otten, Jean Pierre Rawie, Gerrit Krol, Nelleke Noordervliet, Bernlef, Rutger Kopland, Martin van Amerongen, Joost Zwagerman, Stephan Sanders, Thomas Rosenboom, Willem van Toorn, Bas Heijne, Koos van Zomeren, Tonnus Oosterhoff en –  vorig jaar – Marjolijn Februari.
De organisatie van het Gastschrijverschap is in handen van de Rijksuniversiteit Groningen, Studium Generale Groningen en de K.L. Pollstichting voor Onderwijs, Kunst en Wetenschap.

Esther Jansma in Oldenburg
Er is op donderdag 22 november een programma rond Esther Jansma in de Landesbibliothek in Oldenburg. Aanvang 20.000 uur. Jansma leest voor uit eigen werk en wordt geïnterviewd door de Oldenburgse hoogleraar Neerlandistiek Ralf Grüttemeier van de Carl-von-Ossietzky-Universität. Organisatoren van deze avond zijn de Oldenburgische Bibliothekgesellschaft, het Literaturbüro der Stadt Oldenburg en de afdeling Niederlandistik van de Oldenburgse Universiteit.

Zie ook