Skip to main content
Placeholder
Theme
Nederlands

Verdwenen Culturen

Etrusken | Babloniërs | Kelten | Inca's

De Etruskische vrouw had de broek aan. De toren van Babel bestond echt en veel van onze sterrenbeelden hebben hun naam gekregen van Babylonische astronomen. Keltische mannen waren gespierde kerels met hangsnorren die naakt ten strijde trokken maar ook Stonehenge oprichtten. De Inca’s kenden het wiel niet maar hadden een uitgebreid wegennet en voerden schedeloperaties uit.  
Wie waren deze mensen uit het verre verleden? Hoe leefden zij en wat waren hun culturele drijfveren? Hoe kwamen hun culturen tot bloei en wat veroorzaakte hun ondergang? En kunnen we vele eeuwen later nog iets leren van deze oude beschavingen?
In deze lezingenreeks brengen onderzoekers opheldering in de mysteries van vier verdwenen beschavingen en volkeren: de Etrusken, de Babyloniërs, de Kelten en de Inca’s.


De Etrusken
Lever en bliksem
Dr. Bouke van der Meer
scheiding-lezing
Datum: Dinsdag 30 januari 2007
scheiding-lezing
De Etrusken, die woonden tussen de Arno en de Tiber, op de Po-vlakte en in Campanië, waren in verschillende opzichten bijzonder. Zij spraken een niet-Indo-Europese taal, die alleen verwant is aan een niet-Griekse taal op het eiland Lemnos (niet ver van Troje). In hun samenleving was de vrouw geëmancipeerd en de Etrusken waren, volgens antieke schrijvers, religieuzer dan wie ook. Ze raadpleegden onder andere de lever en de bliksem en legden hun sacrale ‘wetenschap’ vast in boeken.
De Etruskische cultuur bloeide op vanaf 700 v.C., onder andere dankzij de exploitatie van ijzer, koper en tin. Aanvankelijk was de maatschappij sterk aristocratisch, maar na ongeveer 500 v.C. werd zij meer democratisch. Duizenden bronzen spiegels en askisten en zo’n 150 sarkofagen, alle voorzien van mythologische voorstellingen, geven ons een fascinerend inzicht in de mentaliteit van de Etrusken.
Etrurië werd pas na 80 v.C. geromaniseerd; binnen twee generaties verdrong de Latijnse taal het Etruskisch. Wel bleven Etruskische leverschouwers tot de tijd van keizer Constantijn actief.

Dr. L. Bouke van der Meer is gespecialiseerd in de archeologie van de Etrusken. Hij werkt bij de Sectie Klassieke Archeologie van de Universiteit Leiden.


De Babyloniërs
Leven in vier werelden
Dr. Herman Vanstiphout
scheiding-lezing
Datum: Dinsdag 6 februari 2007
scheiding-lezing
De Babylonische beschaving onstond omstreeks 2000 v.C. in Mesopotamië, in het gebied tussen de Eufraat en de Tigris, ten zuiden van het huidige Bagdad. De stad Babylon ontwikkelde zich tot een metropool, waar handelsroutes samenkwamen en verschillende culturen met elkaar versmolten.
De houding van de Babyloniër in en tegenover zijn ‘wereld’ kan vanuit vier oogpunten worden bekeken. Allereerst is er de alledaagse materiële wereld van het tweestromenland, maar daarnaast vormen mensen ook een samenleving die een sociale en culturele wereld schept. Buiten en boven deze leefwereld is er nog een kosmische wereld, onbereikbaar voor de mens, maar wel zichtbaar. En tot slot zijn er wegen waardoor men kan doordringen in de betekenis van die werelden – de wereld van de kennis en een vroege vorm van ‘wetenschap’.
De lezing is vooral gebaseerd op de rijke schriftelijke gegevens die stammen uit de periode 2100-1700 v.C., maar veel van de besproken kenmerken zijn ouder, en zijn een gedeelte van de Mesopotamische cultuur blijven beheersen tot in de eerste eeuwen van onze tijdrekening.

Dr. Herman Vanstiphout doceerde tot 1 juli van dit jaar semitistiek en Assyriologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is een van de productiefste spijkerschriftgeleerden van Nederland en werkte aan de universiteiten van Leuven en Cambridge.


Bakermat van de sterrenkunde
Prof.dr. Teije de Jong
scheiding-lezing
Datum: Dinsdag 6 februari 2007
scheiding-lezing
Al in het tweede millennium voor Christus bekeken de Babyloniërs dagelijks nauwkeurig de sterrenhemel om er de ‘wil der goden’ af te lezen en op grond daarvan de koning te adviseren in tijden van oorlog en vrede. Niet alleen deden de Babyloniërs nauwkeurige waarnemingen van de sterren en de planeten maar ook waren zij vanaf ongeveer 500 v.C. in staat op grond van ingenieuze rekenmethoden vrij precies de posities van de maan en de planeten tientallen jaren vooruit te berekenen.
De Babyloniërs waren echte rekenmeesters die, dankzij hun 60-tallig rekenstelsel en de door hen uitgevonden ‘plaats-waarde’-notatie, heel grote berekeningen met zeer grote nauwkeurigheid konden uitvoeren. De sterrenhemel speelde in Babylonië een belangrijke rol in het dagelijks leven, bijvoorbeeld bij de landbouw en bij het vaststellen van de kalender. Onze verdeling van de cirkel in 360 graden en onze tijdmeting in uren en minuten vindt zijn oorsprong in Babylonië. Veel van de ons bekende sterrenbeelden, met name die van de dierenriem, zijn van de Babyloniërs afkomstig en vervolgens via de Griekse cultuur aan ons doorgegeven.

Prof. Dr. Teije de Jong is hoogleraar astrofysica. Hij werkt in het Sterrenkundig Instituut 'Anton Pannekoek' van de Universiteit van Amsterdam.


De Kelten
Drank en wagens
Herman Clerinx
scheiding-lezing
Datum: Dinsdag 13 februari 2007
scheiding-lezing
De oude Grieken gaven het volk ten noorden van de Alpen hun naam: Keltoi. Ze bekeken hen met gemengde gevoelens. Hun moed en doodsverachting en de wijsheid van hun druïden oogstten bewondering, maar van hun oorlogszucht, wreedheid en zuippartijen moesten ze niets hebben.
De Kelten spreken tot de verbeelding. Samen met de oude Grieken, Romeinen en Germanen stonden ze aan de wieg van onze westerse beschaving. Maar bijna niemand weet wie ze waren of nog belangrijker – wat er van hun cultuur is overgebleven. Rest er ons nog iets tastbaars? Blijft er na een wetenschappelijke doorlichting nog iets over van Merlijn, koning Arthur of de vorst van Oss? Waren de Kelten inderdaad strijdlustige koppensnellers en gemakzuchtige dieven?
De Vlaamse wetenschapsjournalist Herman Clerinx vertelt op basis van historische, archeologische en taalkundige bronnen wie de Kelten waren, hoe hun cultuur ontsond, waar hun bakermat lag en vooral wat er in de Lage Landen nog van hen wordt aangetroffen. Ook maakt hij korte metten met de mystieke waas die zo hardnekkig rond de Kelten hangt.

Herman Clerinx is wetenschapsjournalist en auteur van onder andere Kathedralen uit de steentijd. Hunebedden, dolmens en menhirs in de Lage Landen (2001) en Kelten en de Lage Landen (2005).


De Inca’s
Formidabele bouwmeesters
Dr. Laura Van Broekhoven
scheiding-lezing
Datum: Dinsdag 20 februari 2007
scheiding-lezing
Denken we aan de Inca’s, dan denken we aan de formidabele bouwwerken van de oude hoofdstad van het Inca Rijk: Cuzco en aan de raadselachtige ‘geheime stad’, Machu Picchu. De Inca-elites lieten honderden bouwwerken in alle uithoeken van hun rijk oprichten, vaak zelfs complete steden. Het waren formidabele bouwmeesters en de grote architecturale aanwezigheid van Inca-bouwwerken doet vermoeden dat het Inca Rijk eeuwenlang bestaan heeft. Niets is minder waar, in een periode van nog geen honderd jaar groeide het uit tot een rijk dat zijn weerga niet kende. Hoe wisten de Inca’s dit op zo’n korte tijd klaar te spelen? Hoe bestuurden de Inca’s hun rijk en hoe was de Runa (het volk) georganiseerd? En hoe kon een groepje van nog geen 150 Spanjaarden een goed georganiseerd rijk als dat van de Inca’s – met zijn twaalf miljoen inwoners op dat moment het grootste rijk van de westerse wereld – veroveren? De erfgenamen van de Inca’s, de Quechua en Aymara, houden de oude tradities in stand en vermengen deze met nieuwe ideeën en technieken. 
 
Dr. Laura N.K. Van Broekhoven is conservator Midden- en Zuid-Amerika van het Rijksmuseum voor Volkenkunde en onderzoeker bij de Faculteit Archeologie van de Universiteit Leiden.

See also