Het schuldige brein
Zonder de aanname van wilsvrijheid vervalt het recht om te straffen. Als reactie op de aanval vanuit de neurobiologie: de menselijke keuzevrijheid is als grondslag voor strafrechtelijke aansprakelijkheid goed te verdedigen.
De mens wordt aansprakelijkheid toegedicht voor zijn gedrag. In de theologie, de psychiatrie en in het recht heeft altijd een felle discussie gewoed over het bestaan van de wilsvrijheid. In het huidige tijdsgewricht wordt dat debat verscherpt door meer aandacht voor de relatie tussen het neurofysiologisch domein van hersenactiviteiten en de werking van de psyche. De hersenfuncties zouden in sterke mate het menselijk gedrag bepalen. In vrijwel elk strafrechtelijk bestel vormt de vrije wil echter een voorwaarde voor strafrechtelijke toerekening. Zonder de aanname van wilsvrijheid vervalt het recht om te straffen. Als reactie op de aanval vanuit de neurobiologie is de menselijke keuzevrijheid als grondslag voor strafrechtelijke aansprakelijkheid goed te verdedigen. Ondanks sociale, psychische en niet te vergeten neurobiologische beperkingen wordt de mens gehouden in weerwil van zijn handicaps een optimale keuze te maken tussen gedragsalternatieven. Vanuit juridisch perspectief is de wilsvrijheid gekoppeld aan waarden. Maatschappelijke en ethische waarden dwingen de mens tot een goede omgang met zijn beperkingen. Bij meer kennis, bijvoorbeeld van de eigen gemaakte fouten, wordt de druk van een morele verantwoordelijkheid voor een andere gedragskeuze alleen maar groter.
Rinus Otte is vicepresident van het Gerechtshof Arnhem en hoogleraar in de Organisatie van de rechtspleging aan de RUG. Hij schreef het spraakmakende boek ‘De kleren van de rechter’ (2010), over de stagnatie van het Nederlands rechtssysteem door bureaucratie en organisatorische en personele problemen.