Overslaan en naar de inhoud gaan
Placeholder
Nederlands

De vrije wil

In de Wijsbegeerte, Neurobiologie, Pedagogiek en Neuro-ethiek

Wat onderscheidt de mens van het dier? En wat is de kern van het menselijk bestaan?

Jarenlang wisten we het zeker: de mens is het enige schepsel dat is uitgerust met een bewustzijn en begiftigd met de rede en daarom het enige wezen dat werkelijk autonoom beslissingen kan nemen, los van instincten, reflexen en onbewuste drijfveren.

Volgens sommige hersendeskundigen is dat een illusie. Dankzij allerlei geavanceerde meetapparatuur kunnen we steeds dieper en steeds preciezer in het menselijk brein kijken. En wat blijkt? Op het moment dat we zelf denken dat we een beslissing nemen, hebben onze hersenen die beslissing al een seconde of wat voorbereidt. Beslissingen – voor ons gevoel autonoom genomen – liggen dus kennelijk al vast. Ons onbewuste neemt beslissingen, hoewel ons bewustzijn de illusie van de vrije wil ervaart.

Als dat waar is, dan heeft dat grote gevolgen voor ons zelfbeeld, maar ook voor ons sociale leven. Hoe voeden we onze kinderen op als de vrije wil niet bestaat en kunnen we wetsovertreders eigenlijk wel iets verwijten?

Studium Generale wil dit najaar hom of kuit: zijn we eigen baas of de speelbal van ons onbewuste?


Filosofie en Vrije Wil
Frank en Maarten Meester
scheiding-lezing
Datum: Dinsdag 23 september 2008
scheiding-lezing
Of de mens waarlijk vrij is, daarover verschillen filosofen al twintig eeuwen van mening. De geschiedenis van de wijsbegeerte kent deterministen en indeterministen in allerlei soorten en maten. Denkers die vonden dat de mens een autonoom handelend wezen is, moesten zich teweer stellen tegen wijsgeren die dachten in termen van noodlot, predestinatie, Ich/Es/Überich, nature/nurture, basis/bovenbouw.
De Gebroeders Meester geven een overzicht van dit debat en prikkelen het publiek om het eigen standpunt kritisch te doordenken. Wat hebben de verschillende ideologische/theoretische standpunten op de schaal tussen determinisme en vrije wil voor consequenties voor de praktijk of de ethiek? Wat betekent verantwoordelijkheid als de vrije wil in theorie niet bestaat?

De Gebroeders Meester schrijven boeken, artikelen en columns, treden op en leiden debatten. Van hen verschenen: Meesters in de filosofie en Meesters in religie. Eind 2007 kwam hun eerste roman uit: Descartes’ dochter. Frank Meester is afgestudeerd in de Filosofie en Algemene Literatuurwetenschap, Maarten in de Algemene Literatuurwetenschap met als bijvak Filosofie.


De neurobiologische grondslag van ons bewustzijn
Prof.dr. Victor Lamme
scheiding-lezing
Datum: Dinsdag 30 september 2008
scheiding-lezing
Lange tijd is het onderzoek naar het bewustzijn het domein geweest van filosofen en psychologen. In het laatste decennium van de vorige eeuw zijn we dankzij de neurowetenschappen meer over geest en lichaam te weten gekomen dan gedurende de gehele geschiedenis vóór 1990. Ongetwijfeld vinden we binnen afzienbare tijd een antwoord op de vraag hoe uit hersenactiviteiten processen voortkomen die wij bewustzijn noemen. De neurobiologische grondslag van het bewustzijn zal worden bevestigd en het klassieke probleem van lichaam en geest lijkt via de neurowetenschappen te vervagen. Lichaam en geest zijn niet te onderscheiden, omdat het (onder)bewustzijn niet meer maar ook niet minder is dan neurobiologische processen!
Wat is bewustzijn en hoe ontstaat het uit de activiteit van de hersencellen? Hebben dieren bewustzijn? Zit het in je hoofd of komt het van buiten? Wat is de relatie van bewustzijn met intelligentie? En, is het mogelijk om computers (ooit) van bewustzijn te voorzien door middel van artificiële intelligentie?

Prof.dr. Victor Lamme is hoogleraar Cognitieve Neurowetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam.


Vrije wil en pedagogiek
Prof.dr. Jan Bransen
scheiding-lezing
Datum: Dinsdag 7 oktober 2008
scheiding-lezing
Drie vragen dringen zich op als we nadenken over de menselijke vrije wil. Zijn mensen verantwoordelijk voor hun gedrag? Zijn ze zelfstandig in hun keuzes? En in hoeverre kunnen mensen zich door goede redenen laten leiden? Deze drie thema’s spelen ook als we nadenken over opvoeding. Een pedagogische vraag over individuele verantwoordelijkheid is bijvoorbeeld: hebben criminelen een goed excuus als ze een slechte jeugd hebben gehad? Het thema van de zelfstandige keuzes speelt onder meer bij de vraag of kinderen door hun ouders gevormd of gemanipuleerd worden. En de vraag naar de goede redenen voor ons gedrag is in feite een vraag naar de redelijkheid van het opvoedingsproces, waarin wij kinderen leren om redenen te kunnen geven voor wat ze doen. De centrale rol van pedagogische thema’s in het nadenken over de vrije wil is niet verwonderlijk: pedagogiek is de wetenschap die zich bezighoudt met het proces waarin mensen mensen worden. Over opvoeding nadenken is over onszelf nadenken.

Jan Bransen is als hoogleraar Filosofie van de Gedragswetenschappen verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.


Vrije wil en neuro-ethiek
Dr. Gert-Jan Lokhorst
scheiding-lezing
Datum: Dinsdag 14 oktober 2008 
scheiding-lezing
Hersenonderzoek en hersentechnologie spelen een steeds belangrijkere rol in de samenleving. Dat heeft gevolgen voor ons zelfbeeld. De vraag is hoe de nieuwe inzichten van de hersenwetenschap zich verhouden met de manier waarop we – al eeuwenlang –  over onszelf en ons gedrag spreken. Hoe hangen bijvoorbeeld neurowetenschappelijke concepten als ‘determinisme’ samen met juridische, ingewikkelder termen als ‘verantwoordelijkheid’ en ‘toerekeningsvatbaarheid’? Kunnen advocaten ter verdediging van een misdadiger aankomen met hersenscans die aantonen dat er iets mis is met de ‘bedrading’ in iemands hoofd? Zeggen hersenscans iets over de wijze waarop we ethisch redeneren?

Dr. Gert-Jan C. Lokhorst studeerde Geneeskunde en Filosofie in Rotterdam en werkt bij de afdeling Wijsbegeerte van de Universiteit Delft op het nieuwe terrein van de neuro-ethiek.

Zie ook

Kenniscafé Groningen
Roel de Jong, Jeroen Rijnhart en George de Kam
Nederlands

De gaswinning in Groningen zorgt voor aardbevingen met als gevolg forse schade aan woningen en gebouwen. Hoe is dit in de toekomst te voorkomen of op z’n minst te beperken?