Overslaan en naar de inhoud gaan
Placeholder
Thema
Nederlands

De wortels van het Chinese denken

China en de Chinezen zijn voor velen een raadsel. Wat drijft deze nieuwe economische grootmacht die komende zomer de ogen van de hele wereld op zich gericht weet? En, dichter bij huis, op welke filosofische tradities kan de Chinese kunst, die komende maanden Groningen en Assen in haar greep heeft, bogen?
Waar de aandacht voor China meestal is gericht op economie, milieu en mensenrechten gaat Studium Generale een laag dieper, op zoek naar de wortels van het Chinese denken: het Confucianisme en het Taoïsme.

 
De Tao van het leiderschap
Besturen zonder bestuurder
Patricia De Martelaere
scheiding-lezing
Datum: Maandag 3 maart 2008
scheiding-lezing
De Daodejing , toegeschreven aan Lao Zi, is lang geïnterpreteerd als op de eerste plaats een serie raadgevingen aan het adres van de staatsleider om in turbulente tijden het leiderschap te kunnen behouden en de vrede te herstellen.
De programmaverklaring van de `wijze heerser' die we hier aantreffen, is echter bijzonder raadselachtig: “Ik handel niet en het volk transformeert zichzelf; Ik houd mij rustig en het volk is vanzelf oprecht; Ik kom niet tussen, en het volk wordt vanzelf rijk; Ik heb geen begeerte, en het volk wordt vanzelf eenvoudig.”
In deze lezing zullen de centrale taoïstische noties van niet-handelen, zitten en vergeten, en meegaan met de stroom worden belicht vanuit hun relevantie voor diverse vormen van leiderschap. Hierbij zal blijken dat iedere vorm van extern leiderschap op de eerste plaats een intern leiderschap vereist: ieder bestuur is primair zelfbestuur en dus een kwestie van interne zelfcultivatie. Merkwaardig genoeg verloopt dit zelfbestuur des te optimaler naarmate het aandeel van het “zelf” (het ego) kleiner wordt: het ego is vaak voor het bereiken van zijn doelstellingen zijn eigen grootste hindernis.
We ronden af met een intrigerende definitie van geluk: “Geluk is het op de juiste tijd komen van menselijke drijfveren.”

Prof. Dr. Patricia De Martelaere is schrijfster en hoogleraar Hedendaagse Wijsbegeerte, Taalfilosofie en Taoïsme aan de KU Leuven. Zij schreef het boek Taoïsme. De weg om niet te volgen (Ambo, 2006).


Confucianisme
Ruggengraat van de Chinese geleerdheid
Dr. Karel van der Leeuw
scheiding-lezing
Datum: Maandag 10 maart 2008
scheiding-lezing
De geschiedenis van het Chinese denken begint met Confucius (551-479 v. Chr.), van wie dialogen en uitspraken opgetekend door leerlingen zijn overgeleverd. Het denken van de oudheid is vooral een reactie op de feodale chaos van die periode en houdt zich dus in de eerste plaats bezig met politiek-maatschappelijke en ethische kwesties. Confucius had vele leerlingen en het confucianisme is onder voortdurende wijzigingen de ruggengraat van het Chinese denken geworden.
De samenleving, meenden de confucianisten, kan niet uitsluitend zijn gebaseerd op wetten en regels. Zij moet haar basis vinden in de morele houding van haar leden. Het confucianisme heeft daardoor een pedagogisch karakter – de innerlijke vorming van de mens staat voorop.

De belangrijkste confucianisten na Confucius zijn Mencius (ca. 300 v. Chr.), die het confucianisme heeft uitgebouwd tot een systematische deugdenleer, en Xunzi (2de eeuw v. Chr.), die de meest omvattende filosofie van de Chinese oudheid heeft gegeven.
Na de stichting van het keizerrijk (221 v. Chr.) verandert het confucianisme van karakter, het wordt al snel staatsideologie en neemt allerlei elementen uit kosmologisch denken in zich op. Na de val van het eerste keizerrijk (221 na Chr.) begint een lange periode van verdeeldheid, tot de nieuwe unificatie in 589 na Chr.) en de roemtrijk Tang-dynastie (618-906). Deze hele periode wordt gedomineerd door taoisme en boeddhisme. Pas in de 11de eeuw staan er weer belangrijke confucianistische denkers op die zich vooral beroepen op Mencius en die de leer uitbreiden tot een complete metafysica. Daarbij reageren zij op het boeddhisme, maar nemen daar tegelijkertijd van alles van over.

Dr. Karel van der Leeuw is verbonden aan de Faculteit der Wijsbegeerte van de Universiteit van Amsterdam. Hij studeerde filosofie, Duits, Klassiek Chinees en Chinese filosofie. Hij schreef het boek Confucianisme. Een inleiding in de leer van Confucius (Ambo, 2006).

Zie ook

Guus Sluiter, Marga Altena en Coen Verbraak
Nederlands

TV-programma’s en internet zijn populaire platforms voor verhalen over sterven en dood. Waarom willen mensen deze intieme verhalen delen?