Academiegebouw
Broerstraat 5
Groningen
Nederland
Nederlandse politici kunnen wel spreken
In het Nederlandse parlement is welsprekendheid de afgelopen eeuw steeds belangrijker geworden. Is Mark Rutte een toonbeeld van welsprekendheid?
Lang meende men dat Nederlanders niet kunnen spreken: kijk eens naar Engeland of Frankrijk, daar wordt het met de paplepel ingegoten, maar hier? Historicus Henk te Velde vergelijkt de geschiedenis van de politieke welsprekendheid in Nederland met de Britse en Franse redenaarskunst die een lange traditie kent en zich veel meer naar klassieke voorbeelden richtte. In Nederland dacht men bij de Tweede Kamer vaak aan bestuur, en voor besturen was geen eloquentie nodig. De laatste jaren is de Kamer veel meer letterlijk volksvertegenwoordiging geworden. Dat heeft deels geleid tot felle discussies en overgevoeligheid voor maatschappelijke relletjes, maar ook dat onze leidende politici nu wel kunnen debatteren als de beste. Media hebben ook veel meer belangstelling gekregen voor de kunst van het woord en debatinstituten floreren. Een grote redevoering houden politici nog steeds zelden, maar het belang van de overtuigingskunst en van de kunst van de welsprekendheid staat nu buiten kijf.
‘Dat gezegd hebbend’
Siemon Reker, emeritus hoogleraar Groninger taal en cultuur, schrijft sinds september een blog over het taalgebruik van Mark Rutte: www.siemonreker.nl Hij spreekt een column uit over het taalgebruik van onze premier.
Henk te Velde was tot 2005 hoogleraar in de geschiedenis van politieke cultuur in Groningen waar hij ook studeerde en is sindsdien hoogleraar vaderlandse geschiedenis in Leiden. Eind 2015 publiceerde hij Sprekende politiek. Redenaars en hun publiek in de parlementaire gouden eeuw (Prometheus) en het hoofdstuk over welsprekendheid in In dit Huis. Twee eeuwen Tweede Kamer (Boom).