Overslaan en naar de inhoud gaan

Edele Delen

Dr. Mels van Driel

Onze geslachtsorganen zijn omgeven met een zekere schaamte en geheimzinnigheid. Tegelijkertijd staat onze taal bol van de toespelingen op onze edele delen – van scheldwoorden tot liefdevolle benamingen.
Op het kruispunt van cultuurgeschiedenis, psychologie, literatuur en geneeskunde zullen de mannelijke geslachtsorganen en typische mannenproblemen de revue passeren. De testikels en de opgeheven penis staan symbool voor vruchtbaarheid of juist het gebrek daaraan. De penis en de teelballen zijn soms gevaarlijk en dan weer delicaat speelgoed voor vrouwen. Omgekeerd geldt voor mannen hetzelfde met betrekking tot de vrouwelijke geslachtsorganen. Te denken valt onder andere aan de vagina dentata (de bijtende vagina).
Over vrouwelijke geslachtsorganen weten we veel minder, zelfs in 2008, ruim 300 jaar na de Verlichting. Ze bezorgden zelfs Sigmund Freud een hopeloos gevoel. Hij sprak over ‘het duistere continent’. Klassiek geschoolden weten dat uit de doos van Pandora alle kwaad in de wereld kwam. Zou het toeval zijn dat het woord ‘doos’ ook een volkse uitdrukking voor de vagina is?
De toon van de voordracht zal lichtvoetig, ironisch maar vooral laconiek zijn: de beste manier om onvermogen en vergankelijkheid tegemoet te treden.
 
Dr. Mels van Driel (1954) is als uroloog en seksuoloog verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. In 1991 promoveerde hij op het onderwerp `Erectiele Disfunctie`. Van zijn hand verscheen een groot aantal wetenschappelijke publicaties. Tevens schreef hij veel artikelen in de lekenpers. In januari van dit jaar verscheen bij De Arbeiderspers de bestseller `Geheime Delen. Alles wat je er altijd al over wilde weten’.

Ook in deze serie

Zie ook

Redmond O'Hanlon
A Journey through the History of Evolution
English

As adventurer, writer of travel books, scientist and Darwin specialist, Redmond O’Hanlon won the hearts of a broad audience.

Diederik Roest
Van oerknal naar snaartheorie
Nederlands

Waarom geloven we in een oerknal, hoe kunnen we er iets over te weten komen, en wat leert dit ons over de snaartheorie?