Waarom hebben de jongere generaties zo’n hang naar de ernst en zwaarte van het leven, vraagt P.F. Thomése zich af.
VOLWASSEN WORDEN - OF NIET?
‘Mijn probleem met schrijven is dat ik altijd alles wat ik weet op een of andere manier wil samenballen op papier, elk boek dat ik heb gelezen, elk computerspelletje, elke film, kus, blauwtje, elke aanslag op een staatshoofd waarover ik heb gelezen. Dat is het probleem. Het is alles. Maar dat is ook wat er zo heerlijk aan is.’ Joost de Vries
Het werk van Joost de Vries (Alkmaar, 1983) speelt telkens met de spanning tussen feiten en mythes, tussen geschiedenis en kunst, tussen wat we daadwerkelijk zijn en wat we zouden willen zijn. In 2010 debuteerde hij met het veelbesproken Clausewitz, een roman over de zoektocht van een jonge academicus naar een langvergeten cultschrijver. Zijn volgende roman was De republiek, over de opvolgingsstrijd van een populair filosoof. Voor De Republiek werd hij voor onder meer de BNG Literatuurprijs en de Libris literatuurprijs genomineerd en werd hij bekroond met de Gouden Boekenuil en het Charlotte Kohler-stipendium. In 2014 publiceerde hij zijn eerste essaybundel, Vechtmemoires, die werd genomineerd voor de Jan Hanlo Essayprijs.
In de literatuur is de rite de passage een van de oudste, en meest geliefde, onderwerpen: het moment waarop de held zijn jeugdige naïviteit van zich afschudt en de were
Superhelden domineren de bioscopen, Young Adult romans bestormen de bestsellerlijsten, en niemand weet voor z’n dertigste wat hij wil gaan doen met zijn leven. Toch?
In zijn klassieker zingt Boudewijn de Groot ‘Na 22 jaren in dit leven, maak ik een testament op van mijn jeugd.’ Wie zou nu nog na 22 jaar al zijn jeugd als een afgesloten