Overslaan en naar de inhoud gaan

1946 - 1965

Hoe het begon... | How it all started...

--English version below--

In het najaar van 1946 ging Studium Generale Groningen (SGG) van start met drie lezingenseries. Na twee jaar leek het alweer voorbij, maar in het begin van de jaren zestig bloeide SGG weer op. De Offerhauszaal in het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen was gevuld met studenten die alles wilden weten over het moderne huwelijk. Hoe komt het dat Studium Generale Groningen (SGG) zijn oorsprong vond na de Tweede Wereldoorlog? En waarom werd het een succes in de jaren 60 na jaren afwezigheid?  Laten we een kijkje nemen in de geschiedenis van SGG...

Hoe het begon...
Het idee van een Studium Generale kwam niet uit de lucht vallen. Al begin twintigste eeuw maakten Groningse hoogleraren zich zorgen over de verkokering van het universitaire onderwijs, met als resultaat ‘half opgevoede’ vakspecialisten. Er was weer behoefte aan een brede wetenschappelijke en culturele vorming van de student. Met jaarlijkse Aula-lezingen van een buitenlandse ‘coryphee der wetenschap’ en vanaf de jaren dertig interfacultaire leergangen voor studenten en stadjers probeerde de universiteit tegenwicht te bieden aan de vakspecialisatie. Maar pas na de Tweede Wereldoorlog leek de tijd rijp voor een Studium Generale dat studenten weer een brede kijk op de wetenschappen en de wereld kon geven.

In 1945 publiceerden zes Groningse hoogleraren, onder aanvoering van hoogleraar godsdienstwetenschap Gerardus van der Leeuw, de brochure ‘De vernieuwing van de universiteit’. De hoogleraren bekritiseerden de slappe houding van veel medewerkers en bestuurders tijdens de bezettingsjaren: “Al waren er onder hen die zich voortreffelijk hielden, de meesten voelden zich meer ambtenaren in een moeilijk parket dan geestelijke leiders en verantwoordelijke opvoeders der jeugd.” Ze riepen op tot breder onderwijs dat zich niet beperkte tot één vakgebied en meer nadruk op maatschappelijke bewustwording. Toen Van der Leeuw een jaar later minister van Onderwijs, Kunst en Wetenschappen werd, liet hij een staatscommissie de vernieuwingsplannen inclusief een prominente plek voor een Studium Generale meteen uitwerken.

Geschiedenis SG
Poster voor lezingenserie Het probleem van vrede en oorlog (1959-1960) / poster voor lezingenserie Het Communisme (1960-1961)

Trage start en vliegende doorstart
In Delft, Leiden, Utrecht en Groningen wilde men daar niet op wachten. In het najaar van 1946 konden Groningse studenten voor het eerst een Studium Generale-lezingenserie bezoeken. Drie eigen hoogleraren beten het spits af. De natuurkundige Robert Brinkman gaf zes colleges over 'Het organische leven en de moderne physici', de classicus Pieter-Jan Enk sprak over de invloed van de Latijnse letterkunde op de moderne literatuur en de theoloog Johannes Lindeboom gaf zeven lezingen over de geschiedenis van het humanisme.

Met zo’n 35 tot 80 studenten per lezing viel de belangstelling wat tegen. Eigenlijk deden de interfacultaire leergangen met bijdragen van diverse sprekers het veel beter dan deze collegeseries die we nu minoren zouden noemen. Na twee seizoenen stopte de programmering al en het zou tien jaar duren voordat er in Groningen weer een Studium Generale werd georganiseerd.

Geschiedenis SG 2
Poster voor lezingenserie De Koude Oorlog (1963-1964) / poster voor de succesvolle lezingenserie Het Huwelijk (1963-1964)

In het najaar van 1958 zorgde een commissie van de Senaat (het collectief van hoogleraren) voor een doorstart met lezingenseries over de internationale politiek en ‘moderne energievorming’;  maatschappelijke thema’s die pasten bij de tijdgeest, gericht op studenten en medewerkers. De universiteit groeide en SGG groeide mee, met programma’s die dicht bij de leefwereld van de studenten stonden. Zo was de serie Het huwelijk (1963) een doorslaand succes met zo’n 600 studenten per keer! De bekende psychiater Kees Trimbos sprak over de man-vrouwverhouding in het huwelijk, schrijfster Hella Haasse over huwelijk en liefde in de literatuur en de theoloog Pieter Roscam Abbing over huwelijk en ethiek. De Offerhauszaal in de nieuwe vleugel van het Academiegebouw puilde uit en via ‘interne televisie’ konden studenten in andere zalen meekijken. Ook de serie Opstand en Revolutie sloeg aan en hoogleraar internationaal recht Bernard Röling werkte mee aan maar liefst drie lezingenseries die raakten aan zijn nieuwe vakgebied, de polemologie: de wetenschap van oorlog en vrede. Met gastsprekers en multidisciplinair ingevulde thema’s had SGG de succesformule gevonden.

Lees verder over hoe SGG veranderde onder het bewogen politieke klimaat, openbaar werd voor iedereen en een plek werd voor debat.


--English version--

In the autumn of 1946, Studium Generale Groningen (SGG) started off with three lecture series. After two years, it seemed to be all over. However, at the beginning of the sixties, SGG flourished again. The Offerhaus Hall at the Academy Building of the University of Groningen was filled with students wanting to hear all about modern marriage. Why is it that Studium Generale established itself after World War II? And why did it become a success in the sixties after years of absence? Let’s have a closer look at the history of SGG…

Geschiedenis SGG 4
Poster for lecture series "De oorlog in het licht der wetenschappen" (1961-1962) / Poster for lecture series "Leven en dood" (1964-1965)

How it all started
Studium Generale did not appear out of thin air. From the onset of the twentieth century, Groningen professors were already concerned about the compartmentalisation of higher education. They feared that this would lead to narrowly educated specialists and called for a broader scientific and cultural training for students. This was first attempted by organising a yearly lecture, held by an international ‘coryphée’ of science. Later on, in the thirties, the university began to offer interfacultary courses in addition to its specialised courses for students and 'Stadjers' (citizens of Groningen city). However, it was not until after World War II that what we have come to know as Studium Generale was born, providing a broader view on science.

In 1945, six professors from the University of Groningen published the brochure ‘De vernieuwing van de universiteit’ (The Renewal of the University), initiated by well-known professor of comperative religion Gerardus van der Leeuw. They criticised the passive attitude of the employees of the university during World War II. “Although some among them acted outstandingly, most of them felt they were officials caught in a difficult position, rather than spiritual leaders and responsible educators of the youth”. They called for a broader education that was not limited to one research field and a greater awareness of societal issues. When Van der Leeuw became Minister for Education, Arts and Sciences, he immediately assigned a state commission to work on the plans for Studium Generale.

Geschiedenis SGG 5
Poster for lecture series "Confrontatie met China" (1965-1966) / Poster for lecture series "Mens en tijd" (1965-1966).

From a slow start to a successful relaunch
The universities of Delft, Leiden, Utrecht and Groningen didn’t wait for the minister to draw up their plans for a Studium Generale. In the autumn of 1946, students in Groningen could sign up for the very first Studium Generale lecture series. Three professors from their own university kicked off the series: physicist Robert Brinkman held six guest lectures about ‘the organic life of modern physicists’, classicist Pieter-Jan Enk talked about the influence of Latin literature on modern literature, and the theologian Johannes Lindeboom provided seven lectures on the history of Humanism.

These first attempts could only count on 35 to 80 students attending per lecture, which was a disappointing number. The interfaculty courses, which we would now call ‘Minors’, did a much better job of attracting students than the Studium Generale courses. After two semesters, the programme came to an end, and it would be another ten years before anyone started a new Studium Generale course in Groningen.

In the autumn of 1958, a collective of professors in Groningen, the so-called Senate committee, restarted the Studium Generale courses by organising a lecture series about international politics and ‘modern energy formation’. These were societal subjects that fit the zeitgeist and target audience of students and professors. The university was continually growing, and so was SGG by organising a programme that aligned with what was in the hearts and minds of the students. The series ‘Het Huwelijk’ (The Marriage), in 1963, was a great success. About 600 students joined each lecture! The well-known psychiatrist Kees Trimbos talked about the relationship between men and women within marriage, writer Hella Haasse gave a lecture on marriage and love in literature and the theologian Pieter Roscam Abbing spoke about marriage and ethics. The Offerhaus Hall was loaded with students, while an internal television system allowed students to watch the lecture from other halls. Other subjects, such as ‘Opstand en Revolutie’ (Revolt and Revolution), were also a success. Professor of International Law Bernard Röling collaborated on three lecture series that were linked to his new specialisation: polemology, the science of war and peace. SGG had found its success formula with these guest lecturers and multidisciplinary themes.

Read more on how SGG changed when politics entered the picture, opened its doors for everyone outside of university and became an arena for debate.

Kranten artikelen
Boek en krantenartikelen bij Het Huwelijk (1963 - 1964).

 

29-11-2021