Overslaan en naar de inhoud gaan

De Depressie-Epidemie

Trudy Dehue, Heleen Riper, Harm Jan Pot

Trudy Dehue, auteur van De Depressie-Epidemie. Over de plicht het lot in eigen hand te nemen (Uitgeverij Augustus, 2008), in gesprek met Heleen Riper en Harm Jan Pot.
Nederland hoort tot de gelukkigste landen ter wereld, zo blijkt uit internationaal vergelijkend onderzoek. Maar tegelijk slikken we massaal pillen tegen depressiviteit: ruim een miljoen Nederlanders gebruikt antidepressiva. Talloos zijn bovendien de diverse vormen van psychotherapie, zelfhulpboeken en internetpagina’s over depressiviteit. Er lijkt zowaar wel een depressie-epidemie over ons land te trekken.
Hoe kan dat? Zijn we opeens zoveel zwaarmoediger geworden, net als alle kinderen opeens ADHD lijken te hebben? Bestonden die verschijnselen vroeger dan niet? Jawel, zeggen sommigen, depressie is al een eeuwenoud verschijnsel, maar nu pas weten we echt wat het is, namelijk een biologisch bepaalde hersenstoornis. Vandaar al die pillen. Anderen betwijfelen dat. Het beeld van depressie als een hersenziekte die goed met medicijnen te bestrijden zou zijn, is volgens hen toch vooral afkomstig van de farmaceutische industrie die daar groot geld mee maakt. Big Pharma zou daartoe zelfs het wetenschappelijke onderzoek manipuleren. Weer anderen schrijven de depressie-epidemie toe aan de verzorgingsstaat: die heeft met zijn leger aan hulpverleners watjes van ons gemaakt – tegen geen enkel stootje meer bestand. Bij elk zuchtje tegenwind moeten we al in therapie of, nog gemakkelijker, aan de pillen.
Dehue bespreekt in haar boek deze drie verklaringen voor de depressie-epidemie en voegt er nog een vierde aan toe: de hausse aan depressiebestrijding past heel goed bij onze neoliberale succesmaatschappij met zijn beroep op eigen verantwoordelijkheid en maakbaarheid van het individu. Wie maatschappelijk wil slagen, moet weerbaar, ondernemend en ambitieus zijn. Elk vlekje – lichamelijk of psychisch – moet daartoe vermeden worden. De biologisering van depressie sluit daar wonderwel bij aan: met behulp van psychofarmaca, zo luidt de belofte, kunnen we dat ideaal van een gezonde geest in een gezond lichaam ook steeds beter benaderen. Eindelijk kunnen we het lot in eigen handen nemen. Doe je dat niet, dan ben je een loser. Eigen schuld, dikke bult.

Het boek van Trudy Dehue,  hoogleraar wetenschapstheorie en –geschiedenis aan de vakgroep Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen, is inmiddels zowel uiterst lovend als zeer kritisch ontvangen in de pers en andere media. Bij DwarsDiep gaat zij in discussie met twee referenten: Heleen Riper, verbonden aan het Trimbos-Instituut voor geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en maatschappelijke zorg en betrokken bij diverse landelijke projecten inzake depressie, en Harm Jan Pot, psychiater, en werkzaam aan de psychiatrische kliniek van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Gespreksleider is RUG-filosoof Hans Harbers.

Dwarse Boeken is een reeks debatavonden van debatcentrum DwarsDiep. Naar aanleiding van recente boekpublicaties door opiniërende publicisten, wetenschappers of politici wil DwarsDiep minstens vier keer per jaar een discussiebijeenkomst op touw zetten waarin de schrijver wordt geconfronteerd met critici en een kritisch publiek.

 

 

 

Ook in deze serie

Zie ook

Placeholder
Joep Dohmen, Hans Achterhuis, Stine Jensen
Eigentijdse denkers over tijdloze kwesties
Nederlands

September/oktober/november 2007