Ge(e)n Bewijs
Nederlandse forensische experts losten begin dit jaar een moord op en haalden het wereldnieuws. Dankzij hun DNA-onderzoek kwam een Amerikaanse man vrij die negen jaar onschuldig gevangen zat vanwege de moord op een meisje. Met DNA-sporen op de kleding van het meisjes en konden ze bewijzen dat hij niet de dader was. Bovendien koppelden ze het DNA aan een nieuwe verdachte: een vriend van de ten onrechte veroordeelde man. Met de regelmaat van de klok moeten veroordelingen worden herzien dankzij genetisch onderzoek dat ten tijde van de veroordeling nog niet mogelijk was. Zo kwam deze zomer een 52-jarige Amerikaan vrij die 18 jaar ten onrechte achter de tralies zat, op beschuldiging van verkrachting. DNA-onderzoek lijkt de forensische wereld op zijn kop te zetten.
In de DNA-databank van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zijn op dit moment al meer dan 66.740 profielen opgeslagen. Dit biedt ongekende mogelijkheden op het gebied van misdaadonderzoek. Een haar of huidschilfer is nu immers al genoeg om iemand te kunnen identificeren.
Maar zijn deze DNA-technieken wel waterdicht? Is een spatje bloed voldoende bewijs om iemand levenslang op te sluiten? En hoe zit dat eigenlijk met je privacy? Wat gebeurt er met al die DNA-databestanden?
Kortom, is DNA bruikbaar bewijs? Kom naar het Groninger Kenniscafé en praat mee over de voordelen en risico's van forensisch genetica-onderzoek. Presentator Bart van de Laar spreekt met forensisch-geneeskundige Donald Uges, hoogleraar klinische en forensische toxicologie aan de RUG, en moleculair bioloog Jan Peter Nap, lector life sciences aan de Hanzehogeschool. Bovendien is de Groningse Officier van Justitie Fred Janssens te gast.
Het publiek krijgt ruim de gelegenheid voor vragen en discussie, en zal worden verrast door de Proef van de Maand.
In het maandelijkse Kenniscafé Groningen vertellen lokale onderzoekers over hun drijfveren, resultaten en uitdagingen en gaan ze in gesprek met het publiek. De site Kennisdebat van de RUG biedt meer achtergrondinformatie en de mogelijkheid om mee te discussiëren over de thema’s.