Overslaan en naar de inhoud gaan
Nederlands
Tijd
20:00 – 21:30
Locatie

Academiegebouw
Broerstraat 5
Groningen
Nederland

Tickets
€ 4 / € 2 met SG-kaart / gratis voor studenten

Roes, risico's en regels

Normalisering van drugs in het uitgaansleven
Ton Nabben

Is het normaal dat we drugs in de party scene zo normaal zijn gaan vinden?

De Nederlandse drugs- en uitgaansmarkt is met de komst van ecstasy (MDMA) en nieuwe elektronische muziek ingrijpend veranderd. Na de heroïne-epidemie in de jaren tachtig, werd het Nederlandse tweesporenbeleid (justitie en gezondheid) opnieuw op de proef gesteld. De nieuwe hedonistische dancecultuur groeide in sneltreinvaart uit tot een bloeiende feestindustrie waar inmiddels miljoenen in omgaan. De snelheid waarmee ecstasy uitgroeide tot de meest populaire illegale drug na cannabis overviel zowel beleidsmakers als de verslavingszorg.

Het gebruik van uitgaansdrugs lijkt inmiddels genormaliseerd en de (synthetische) drugsmarkt is groter en zuiverder dan ooit. Dit roept nieuwe vragen op over gezondheidsrisico’s en regelgeving ten aanzien van nieuwe psychoactieve stoffen. Moet het drugsgebruik meer aan banden worden gelegd en gedenormaliseerd? Moet de drugsbestrijding worden geïntensiveerd? Of wordt het tijd - nu de Opiumwet honderd jaar bestaat-  om de balans op te maken en te kijken of er ook andere scenario’s denkbaar zijn dan het huidige drugsbeleid. 

Ton Nabben werkt als criminoloog en drugsonderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam. Hij is gepromoveerd op trends in het uitgaansleven en drugsmarkten in Amsterdam.    

Zie ook

Placeholder
Tsjalling Swierstra & Evelien Tonkens in gesprek met Cees Sterks en Ger Tillekens
Prestatie, respect en solidariteit in een meritocratie
Nederlands

Mensen moeten gelijke kansen hebben en hun maatschappelijke positie mag niet bepaald worden door afkomst, ras of sekse. Alleen hun eigen inzet en talent mogen tellen.

Barend van Heusden, René Boomkens, Valentijn Fit, column door Pascal Gielen
Nederlands

De boodschap in de huidige bezuinigingswoede is duidelijk: niet de Raad voor Cultuur of andere deskundigen moeten bepalen wat goede kunst is, maar het publiek.