In den beginne
Waar komen we vandaan? Hoe ontstonden Aarde, Zon, Maan en sterren? Hoe ontstond er leven en wie waren de eerste mensen? De vragen naar de oorsprong van de wereld zijn zo oud als de mensheid zelf. In alle tijden en culturen hebben mensen daar hun eigen antwoorden op verzonnen in de vorm van mythen. ‘In het begin waren er alleen twee grote eieren, glanzend als goud. Ze cirkelden rond en rond en rond, totdat ze tenslotte met elkaar in botsing kwamen en openbraken. De Aarde kwam uit het ene ei, en de Hemel, haar echtgenoot, uit het andere.’ Dit verhaal wordt in India verteld – maar dan veel uitgebreider – bij de Hrusso-stam. Mineke Schipper, die in deze cyclus een hoofdrol vervult, verzamelde meer dan 1500 verhalen uit alle werelddelen over oorsprong en einde, en schreef er twee prachtige boeken over. Verhalen met een vaak betoverende schoonheid, waarbij de eigentijdse wetenschappelijke verklaring wat bleekjes lijkt af te steken. Of niet?
Studium Generale leek het een mooi experiment om oude en nieuwe verklaringen voor eeuwige vraagstukken eens naast elkaar te zetten. Niet om het contrast te benadrukken of er een wedstrijd van te maken, maar om het algemeen menselijke streven naar een antwoord op die vragen te tonen. En om te laten zien dat die antwoorden niet uit de lucht komen vallen, maar van tijd en plaats afhankelijk zijn.
Dat geldt ook voor de moderne wetenschap. Ook onze huidige theorieën zijn het voorlopige eindpunt in een ontwikkeling, die - als we nog steeds Popper aanhangen – morgen alweer gedateerd kunnen zijn.
Mens & Dier
Mineke Schipper en Tijs Goldschmidt
Datum: Dinsdag 1 februari 2011
In sommige oorsprongsmythen waren de mensen al ergens, in de hemel, op of onder de aarde. Maar meestal worden ze gemaakt: uit woorden, gedachten, dromen of bezweringen. Maar ook uit goddelijk zweet, speeksel, zaad of tranen. Of uit aards materiaal: zilver, stof of steen. Het scheppen van een mens blijkt in vele verhalen een veel grotere opgave dan planten en dieren.
Darwin kwam tot het radicale inzicht dat biologische soorten transmuteerden, en niet onveranderlijk door een Almachtige schepper waren geschapen, zoals de creationistische meerderheid in zijn tijd onkritisch geloofde. Hij noemde dit proces Descent by Modification of Transmutation. Het begrip evolutie komt in de eerste druk van zijn Origin uit 1859 nog helemaal niet voor. Darwin begon te begrijpen hoe biodiversiteit ontstaat. Zat het in de lucht? Of was juist hij zo briljant?
Mineke Schipper is emeritus hoogleraar Interculturele Literatuurwetenschap, Universiteit Leiden. Ze publiceerde tal van boeken op haar vakgebied en drie romans. In 2010 verscheen In het begin was er niemand. Hoe het komt dat er mensen zijn (Uitgeverij Prometheus/Bert Bakker, nu al vierde druk). Dit boek werd in 2009 voorafgegaan door Na ons de zondvloed. Mythische verhalen over het einde van de mensheid.
Tijs Goldschmidt is evolutiebioloog en schrijver. In 1994 publiceerde hij Darwins hofvijver: een drama in het Victoriameer, een spannend onderzoeksverslag over cichliden, kleine baarsachtige vissen, die razendsnel opsplitsen in nieuwe soorten en daardoor de droom zijn van elke darwinist.
Man & Vrouw
Mineke Schipper en Stine Jensen
Datum: Dinsdag 8 februari 2011
In veel scheppingsmythen wordt eerst een man gemaakt, en pas later een vrouw. Soms worden vrouwen gemaakt van restjes of tweede keus materiaal, omdat de eerst gekozen grondstof op was. Genesisverhalen besteden opvallend veel aandacht aan de oorsprong van man en vrouw en aan seksekenmerken. Die aandacht is lang niet altijd onschuldig. Hebben mannen zich altijd al ongemakkelijk gevoeld bij hun relatief geringe rol bij de voortplanting?
De worsteling met seksuele identiteit duurt voort tot op de dag van vandaag. Emancipatiebewegingen en feministische golven hebben de traditionele verhoudingen flink opgeschud, maar daarmee zijn de mythen en stereotypen omtrent seksualiteit, mannelijkheid en vrouwelijkheid de wereld nog niet uit.
Stine Jensen combineert haar academische werk als universitair docent literatuurwetenschap aan de Vrije Universiteit van Amsterdam met diverse journalistieke activiteiten. Van haar hand verschenen onder meer de roman Dokter Jazz (2009) en de essaybundel Goddelijke Brulapen (2007).
Chaos & Orde
Mineke Schipper en Robbert Dijkgraaf
Datum: Donderdag 10 februari 2011
Vaak beginnen scheppingsmythen eerst te vertellen wat er allemaal nog niet was toen de wereld begon. Maar wat er dan wel was blijft vaak een raadsel. Vaak zijn er scheppers bij betrokken, goden die licht en orde brengen, of een eerste creatieve mens.
Tegenwoordig voert één verhaal over het ontstaan van de kosmos de boventoon, dat van de Big Bang. Uit allerlei metingen weten we zelfs vrij nauwkeurig dat die 13,7 miljard jaar geleden plaatsvond. Hoe dat ging, begrijpen we nog steeds niet goed. Fysici zijn nog hard op zoek naar een Theorie van Alles, waarin de kwantummechanica en relativiteitstheorie verenigd zijn. Een goede kandidaat daarvoor is de snaartheorie, een wonderlijk wiskundige model in 10 dimensies. Die snaren - vele malen kleiner dan quarks - zijn wellicht nooit experimenteel te toetsen. Dat maakt de snaartheorie misschien op dit moment meer tot een schitterend verhaal dan een theorie.
Robbert Dijkgraaf is president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkt op het gebied van de snaartheorie, kwantumzwaartekracht en het grensgebied van wiskunde en deeltjesfysica.
Oorspronkelijk – en logischerwijs – zou de avond over Chaos & Orde de eerste van de cyclus zijn. Te elfder ure bleek prof. Dijkgraaf op de geplande datum echter verhinderd. Hierdoor is de eerste avond de derde geworden.
Einde & Dood
Mineke Schipper en Bert Keizer
Datum: Dinsdag 15 februari 2011
Begin en einde, zowel individueel als collectief, worden in mythen vaak met elkaar verbonden. In het begin was het leven nog niet eindig en na verloop van tijd bezweek de uitgeputte aarde onder de mensenlast. De komst van de dood bleek noodzakelijk. Middels rampen van velerlei soort grepen goden ook in als de mensheid niet wou deugen. Vooral de zondvloed blijkt een populaire verdelgingsmethode.
Over het alledaagse sterven bestaan nog steeds tal van mythen. Bert Keizer noemt twee grote: de Godsdienst en de Geneeskunde. De eerste richt zich op het leven na de dood, en de tweede vecht er louter tegen. Echt handig in de omgang met de dood zijn we daarmee nog steeds niet geworden.
Bert Keizer is arts en filosoof. In 1994 verwierf hij landelijke bekendheid met de bestseller Het refrein is Hein – Leven en sterven in een verpleeghuis. Vorig jaar publiceerde hij Onverklaarbaar bewoond. Het wonderlijk domein van de hersenen. Keizer is columnist van Trouw en Medisch contact.