Overslaan en naar de inhoud gaan
Nederlands

Waarom kunnen wij spreken?

Bart de Boer

Onderzoek naar ons spraakkanaal en mechanismen in ons brein werpt nieuw licht op de evolutie van taal en spraak.

Om te kunnen spreken heb je twee dingen nodig: een spraakkanaal waarmee je voldoende verschillende klanken kunt maken en een brein om die klanken te kunnen leren en gebruiken. Zowel het spraakkanaal als het brein lijken in de moderne mens inderdaad geëvolueerd te zijn voor het gebruik van spraak. Waarom is de mens de enige diersoort met taal en spraak? Daar zijn onder andere anatomische verklaringen voor, zoals het ontbreken van keelzakken, die ervoor zorgen dat apen, maar ook de oermensen, andere geluiden uitstoten dan de mens. We kunnen de evolutie van taal en spraak wetenschappelijk onderzoeken met computermodellen, fossiel en anatomisch bewijs en experimenten, die allemaal licht hebben geworpen op de ontwikkeling van het spraakkanaal en de mechanismen voor spraak in het brein.

Bart de Boer studeerde informatica in Leiden en promoveerde op een onderzoek naar de evolutie van taal aan de Vrije Universiteit Brussel. Hij heeft gewerkt in Brussel, Seattle, Groningen en Amsterdam en werkt sinds begin 2012 weer aan de Vrije Universiteit Brussel op een project dat de evolutie onderzoekt van mechanismen in het brein die complexe spraak mogelijk maken. Hij doet dit met behulp van een combinatie van experimenten en computermodellen.

Interessante links
Quest: Primaten en keelzakken
Kennislink: Spraakkanalen
Kennislink: Evolutie van taal
Klokhuis: Bart de Boer
 

Ook in deze serie

Zie ook

Placeholder
Tsjalling Swierstra & Evelien Tonkens in gesprek met Cees Sterks en Ger Tillekens
Prestatie, respect en solidariteit in een meritocratie
Nederlands

Mensen moeten gelijke kansen hebben en hun maatschappelijke positie mag niet bepaald worden door afkomst, ras of sekse. Alleen hun eigen inzet en talent mogen tellen.

Diederik Roest
Van oerknal naar snaartheorie
Nederlands

Waarom geloven we in een oerknal, hoe kunnen we er iets over te weten komen, en wat leert dit ons over de snaartheorie?