Geluk uit een doordrukstrip
Ons brein geeft steeds meer geheimen prijs. Psychische stoornissen en zelfs gedragsproblemen zijn kennelijk ook op te vatten als chemische processen, die je bovendien kunt beïnvloeden met behulp van slimme geneesmiddelen. Het gebruik van deze middelen is gemeengoed aan het worden. Het taboe op stemmingsstoornissen is verdwenen nu een chemische oplossing voorhanden is.
Maar dit “bio-optimisme” heeft ook sombere kanten. Vooral de zogenaamde SSRI’s - Serotonine Heropname Remmers - als Prozac, Seroxat en Zoloft liggen onder vuur. Ze blijken voor lichte depressies en bij kinderen en adolescenten minder geschikt of liever: gevaarlijk. Vooral bij jonge mensen leidt het gebruik van SSRI’s tot een toename van zelfmoordgedachten en zelfmoordneigingen. Waarschijnlijk komt dat omdat de pillen eerst een effect hebben op het energienieveau - de patient wordt dus actiever - en pas later de somberheid bestrijdt. Die effecten zijn door onderzoekers - aan universiteiten en daarbuiten - niet gemeld in hun evaluaties van deze geneesmiddelen. Wat is hun rol precies? Lopen onderzoekers niet te veel aan de leiband van de farmaceutische industrie? Wie draait er aan welke knoppen?
En hoe steken oorzaak en gevolg - of liever vraag en aanbod - op de markt van deze pillen precies in elkaar? Vraagt de patiënt en draait de farmaceutische industrie, of vindt de industrie pillen uit en gaat ze vervolgens op zoek naar mogelijke gebruikers? Gebleken is dat de consumptie van SSRI’s jaren lang steeg met zo’n tien procent per jaar. Wat is daarin de rol van voorschrijvers, patiënten-verenigingen en toezichthouders? Waar komt de spectaculaire groei vandaan en wie heeft daarbij het meeste baat?
Studium Generale vroeg experts van psychofarmaca en het hele terrein eromheen ons bij te lichten. De activiteitenserie bestaat uit vier lezingen, de vertoning van twee BBC-documentaires met inleiding en een debatavond tot slot.
Dubbellezing
Pychofarmaca: hoe werken ze als ze werken?
Ben Westerink
Datum: Dinsdag 12 april 2005
In de psychiatrie worden twee groepen geneesmiddelen gebruikt: de antipsychotische middelen die standaardmedicatie zijn bij schizofrenie en andere psychosen, en de antidepressiva die veelvuldig worden voorgeschreven bij matige tot ernstige depressies.
Zowel de antipsychotica als de antidepressiva zijn min of meer bij toeval ontdekt in de jaren vijftig van de 20e eeuw. Waarom slikken miljoenen patiënten middelen die per toeval zijn ontdekt? Weten we inmiddels hoe deze middelen in de hersenen werken? De farmaceutische industrie heeft de afgelopen decennia miljarden geïnvesteerd om deze geneesmiddelen te verbeteren. Maar heeft dit ook geleid tot een beter product?
Prof.dr. Ben H.C. Westerink Ph.D is biochemicus en hoofd onderzoek van de afdeling Farmacie van de RUG. Hij is betrokken bij de evaluatie en het ontwerp van psychofarmaca.
Het bewegelijke brein in chemische wolken
Toine Pieters
Tijdens de TV-uitzending van Netwerk op zondag 6 maart 2005 werd publiekelijk afscheid genomen van het tijdperk van de SSRI's bij de behandeling van depressies bij kinderen. Dit onderstreept eens te meer de bedenkelijke kanten van een o zo populaire groep antidepressiva. Wellicht blijkt dit de eerste publieke aankondiging van een naderende ommekeer. Wordt het paradepaardje van de Nederlandse psychiatrie in duistere hokken ver in de stal geplaatst? Wordt het kind met badwater weggegooid? Bij de beantwoording van deze vragen zullen historische eb- en vloedbewegingen in het gebruik van psychotrope stoffen als leidraad dienen. Toine Pieters zal laten zien dat de huidige problematiek inzake psychoactieve medicatie bij de behandeling van angst, spanning en depressie voortkomt uit tenminste anderhalve eeuw van ontwikkelingen op de geneesmiddelmarkt.
Prof.dr. Toine Pieters is docent medische geschiedenis aan de VU in Amsterdam en bijzonder hoogleraar geschiedenis der farmacie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Birth, Ritalin, Prozac, Viagra, Death
David Healy
Datum: Maandag 18 april 2005
In recent years the marketing power of pharmaceutical companies has become increasingly apparent to perhaps everyone except physicians. Physicians see and decry the gimmickry of sales departments – free meals, conflict of interest issues and visits from company representatives. They typically fail to recognise that the goal of marketing departments is to create the consumer, to whom sales sell the product. In this case the physician as consumer, who is being educated to see an ever broadening set of risk factors as diseases, is in need of urgent intervention.
Ultimately, the goal of marketing, which involves the creation of consensus, would appear to conflict with the goal of science, which supposedly progresses by disturbing consensus. The recent controversies in the treatment of childhood depression, in which it appears the entire “scientific” literature may have been ghost-written and can now be seen to stand almost completely at odds with the raw data it purports to represent, provides a point of crisis in biomedical of science and of rare opportunity for research in the sociology of science. The marketing power involved here has clear implications for any efforts to pursue the history or sociology of healthcare and for public health in general.
David Healy is a Professor in Psychological Medicine in University of Wales College of Medicine, former Secretary of the British Association for Psychopharmacology and author of The Antidepressant Era, The Creation of Psychopharmacology and Let Them Eat Prozac. Healy is also a Visiting Professor at the University of Toronto.
2x BBC-documentaire
The secrets of Seroxat | Seroxat: E-mails from the edge
Inleiding Froukje Bos (Stichting Pandora)
Datum: Dinsdag 19 april 2005
Froukje Bos is filmmaker – van o.m. documentaires en jeugdfilms – auteur - van haar hand verscheen o.a. Berichten uit het laboratorium van de samenleving - en beleidsmedewerker van de Stichting Pandora, een stichting die zich al 40 jaar inzet voor mensen die psychische of psychiatrische problemen hebben, hebben gehad of kunnen krijgen.
De dokter, de dealer en de drogist
Trudy Dehue
Datum: Dinsdag 26 april 2005
De vrije verkoop van farmaceutische producten zoals cocaïne en heroïne leidde begin twintigste eeuw tot overheidsmaatregelen. Drugs werden voortaan ingedeeld in geneesmiddelen die worden voorgeschreven door de dokter, vrij verkoopbare middelen te koop bij de drogist en illegale drugs aan te schaffen bij de dealer. Experimenteel onderzoek werd de basis waarop nieuwe stoffen in een van deze drie categorieën werden ingedeeld. De experimentele methode heeft intussen veel ongelukken voorkomen. Maar het haast blinde vertrouwen erop is niet verantwoord. In deze lezing staat het voorbeeld van legale antidepressiva centraal. Dehue betoogt dat de experimentele methode het bedrijfsleven vaak meer in de kaart speelt dan controleert - ook als de regels van het experimentele onderzoek keurig worden gevolgd. Enkele gedeelde aannames van de experimentele wetenschap en de biopsychiatrische behandeling van psychische problemen stimuleerden de dramatische groei van zowel het aantal psychisch zieke mensen als de collectieve uitgaven aan antidepressiva. De scheidslijn tussen de dokter, de dealer en de drogist is zo helder niet geworden als de bedoeling was.
G.C.G. (Trudy) Dehue is hoogleraar Theorie en Geschiedenis van de Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij publiceert en geeft onderwijs over de geschiedenis en impliciete assumpties van onderzoeksmethoden.
DwarsDiep debat
De dans om de pillen
Datum: Vrijdag 29 april 2005
Deze debatavond gaat over de rol van de verschillende instanties op de markt van psychofarmaca: fabrikanten, onderzoekers, patiëntenverenigingen, voorschrijvers, toezichthouders, politici. Twee vragen staan centraal: Hoe is de huidige rol van deze instanties en kan dat niet beter? Over deze avond verschijnt een apart persbericht.
Meer informatie over dit debat? Zie DwarsDiep debat