Staat, markt en kredietcrisis
“Het maakt niet uit of de kat zwart of wit is, als ie maar muizen vangt”, dat was in het kort de reactie van de Chinese partijleider Deng op de vraag of hij voor een staatsgeleide of marktgeoriënteerde economie was. Het was Deng om het even, als de economie maar groeide.
In het Westen maakte het ons wel uit. Zeker twintig jaar zagen we de staatsrol het liefst zo klein mogelijk. Markten moesten ongestoord hun zegenrijke werk doen en de overheid kon maar het beste op veilige afstand blijven.
Sinds de wereldwijde kredietcrisis, die wel eens de voorbode van een economische recessie zou kunnen zijn, piepen we heel anders. De financiële wereld trilt op zijn grondvesten en de overheid treedt plots op als een harde heelmeester die er niet voor terugdeinst miljarden te investeren. De kordate Wouter Bos maakt zelfs in een moeite door een einde aan de vanzelfsprekendheid van bonussen voor blunderende topbankiers.
Betekent de kredietcrisis het einde van het ongereguleerde neo-liberalisme en het superkapitalisme? Of is de staat nu zelf marktpartij geworden? Welke consequenties heeft een en ander? En hoe moeten we dit politiek beoordelen?
Over deze en andere vragen discussiëren bankier Huib van der Burg, directeur Rabobank Groningen, Geert Reuten, SP-Eerstekamerlid en docent economie aan de UvA, Frank Ankersmit, RUG-geschiedfilosoof en opsteller van het VVD-programma en RUG-econoom Steven Brakman. Voorzitter van het debat is Hans Harbers.