De zinloze talentenjacht
Wil je topvoetballer of Nobelprijswinnaar in de fysica worden, dan moet je talent hebben. Of niet? Uit recent onderzoek blijkt dat talent eerder een kwestie is van oefening, dan van aanleg. Verspil je tijd dus niet met dingen oefenen die je al beheerst.
Hoe is het mogelijk dat sommige mensen topvoetballer, schaakgrootmeester of Nobelprijswinnaar in de fysica worden, terwijl anderen, ondanks jarenlange toewijding, vrijwel geen successen weten te boeken? De meeste mensen zullen stellen dat het een kwestie is van talent. Wanneer men het heeft, leert men iets heel gemakkelijk en wanneer men het niet heeft, dan kan men misschien beter iets anders gaan doen. Maar klopt dit wel? Uit recent psychologisch onderzoek blijkt dat talent eerder een kwestie is van oefening, dan van aangeboren aanleg. De Zweeds-Amerikaanse onderzoeker Anders Ericsson deed uitgebreid onderzoek naar mensen die topprestaties leveren. Zijn conclusie was telkens dezelfde: de hoeveelheid en vooral de kwaliteit van de oefening is bepalend voor het niveau dat iemand kan bereiken. Hij bepleit een hoogwaardige vorm van oefening: ‘deliberate practice’.
Dit betekent dat u niet te veel tijd moet verspillen met dingen oefenen die u al beheerst. Stop uw tijd en energie juist in die dingen die u niet goed kunt, waarbij u de lat telkens wat hoger legt. Dat lijkt simpel, maar toch zullen de meeste mensen deze vorm van oefening niet (willen) volhouden, omdat ze dan continu geconfronteerd worden met de eigen beperkingen. En dat niet gedurende enkele jaren, maar voor een periode van ten minste tien jaar.
Wat zijn de meest recente inzichten over de ontwikkeling van expertise? En waarom is Roger Federer zo goed en bent u (nog) geen Albert Einstein geworden?
Prof.dr. Remy Rikers promoveerde op een onderzoek naar de ontwikkeling van medische expertise aan de Universiteit Maastricht. Sinds 2001 is hij werkzaam bij het Instituut voor Psychologie van de Erasmus Universiteit en is hij voorzitter van de sectie Onderwijs- en Ontwikkelingspsychologie. Rikers richt zich in zijn leerstoel vooral op de vraag: hoe kun je mensen zo efficiënt mogelijk trainen, zodat ze optimaal presteren.
Georganiseerd ism. het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid van de Hanzehogeschool Groningen.