Academiegebouw
Broerstraat 5
Groningen
Nederland
Wat heb ik in godsnaam gelezen?
Qua lezersverwachting maakt het een groot verschil wat voor label de auteur op zijn tekst plakt: van een toneelmonoloog verwacht de lezer iets anders dan van proza of een essay. Mensen worden zelden boos op een gedicht, terwijl sommige Nederlandse columnisten momenteel met de dood worden bedreigd. Hoe spelen hedendaagse auteurs met de verschillende leesverwachtingen?
Het werk van schrijver, dichter en literatuurwetenschapper Ellen Deckwitz (Deventer, 1982) is een mix van donker en licht, van lach en mokerslag. Niet voor niets noemde collega Ingmar Heytze haar oeuvre de liefdesbaby van Mary Poppins en Tim Burton.
In 2011 debuteerde ze met de dichtbundel De steen vreest mij waarin via 28 gedichten een tragische familiegeschiedenis wordt ontrafeld. De bundel werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs voor het beste poëziedebuut, en opgevolgd door de bundels Hoi Feest (2012, C.C.S.Cronestipendium) en De blanke gave (2015). Sinds 2015 is ze actief als columnist voor onder meer NRC Handelsblad, De Morgen en De Taalunie, waarin ze schrijft over literatuur, cultuur en sport. Verhalen van haar hand verschenen onder meer in Gekrenkt en Hongerig (Das Mag,2016). Deckwitz is bovendien auteur van het alom geprezen boek gedichten-begrijpen-voor-beginners, Olijven moet je leren lezen (2016), waarvan er inmiddels meer dan tienduizend exemplaren zijn verkocht.
Deckwitz is een bevlogen schrijfdocent, die de afgelopen tien jaar aan diverse universiteiten, hogescholen en middelbare scholen creative writing en literatuuranalyse doceerde.